Menu 015 55 00 31 Opzegcalculator Inloggen
1

Gerechtelijke reorganisatie (WCO): de benadeelde schuldeiser slaat terug! (07/06/2012)

De wet betreffende de continuïteit van ondernemingen d.d. 31.01.2009 (verder WCO-wet) is nu meer dan drie jaar in werking.  Het doel van deze wet is boven alles de continuïteit van de onderneming. Met dit doel voor ogen biedt de WCO-wet een oplossing voor ondernemingen in financiële moeilijkheden in de vorm van een globaal afbetalingsplan of reorganisatieplan. Dit reorganisatieplan dient echter wel te worden goedgekeurd door enerzijds de meerderheid van de schulden en anderzijds de meerderheid van de schuldeisers.

Maar zelfs indien deze dubbele meerderheid in de praktijk werd bereikt is dit nog geen absolute garantie dat het reorganisatieplan zal worden gehomologeerd door de bevoegde rechtbank van koophandel en bijgevolg bindend zou worden voor alle betrokken partijen. Het Grondwettelijk Hof bevestigde namelijk in zijn arrest d.d. 18.01.2012 de eerdere vaststaande rechtspraak en rechtsleer dat er geen sprake mag zijn van discriminatie in de behandeling van schuldeisers in het reorganisatieplan.

Artikel 49 WCO-wet bepaalt dat er in het plan mag worden voorzien in een gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvorderingen.  Een onderscheid tussen de verschillende schuldeisers door bijvoorbeeld bepaalde schuldeisers een hoger percentage van hun vordering terug te betalen dan andere, is bijgevolg toegelaten. Deze macht van ‘de onderneming in moeilijkheden’ is wel niet onbeperkt. De grens van de differentiatie ligt in het gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel dat (rechts)personen verbiedt om bepaalde verschillen tussen schuldeisers te installeren die niet redelijk zijn verantwoord. Wat al dan niet redelijk verantwoord is, zal uiteindelijk door de rechtbank moeten worden uitgemaakt. Niettemin is de toetsteen of richtlijn bij elke differentiatie tussen schuldeisers het doel zelf van de gerechtelijke reorganisatie, met name de continuïteit of het verder voortbestaan van de onderneming. Een onderscheid tussen schuldeisers kan voor zover deze bijdraagt tot het bereiken van bovenvermelde doelstelling en niet kennelijk onredelijk is.

Bericht geplaatst door Tom De Smet - Senne Meeus op 07/06/2012.