Belastingvoordeel voor energiebeparende uitgaven ook bij werken door een Poolse aannemer? (04/10/2012)

Sinds 1978 gold er in België een registratieplicht in hoofde van de aannemers. Dit vormde een garantie voor de bouwheer dat de contracterende aannemer over genoeg vakkennis beschikte en financieel gezond was.

Dit systeem van een verplichte aannemersregistratie was in België de jongste jaren steeds meer onder druk komen te staan, door de evolutie van de Europese regelgeving in combinatie met de uitbreiding van de Europese Unie naar de Oost-Europese landen.

Het Europees Hof van Justitie oordeelde dan ook in 2006 dat dergelijke registratieregeling in strijd was met het principe van vrije verkeer van diensten. Volgens het Hof was het systeem te omslachtig en tijdrovend, en dus bijgevolg niet aangepast aan de snel evoluerende economische migratie binnen de EU. De toets werd niet doorstaan en dus diende België haar wetgeving aan te passen.

Naar aanleiding van de wet van 7 november 2011, en een navolgend koninklijk besluit van 3 augustus 2012 werd de registratieplicht voor aannemers ook effectief sinds 1 september 2012 in de praktijk afgeschaft.

De garantie van een vakbekwame aannemer kun je nu als particuliere bouwheer enkel verkrijgen door zijn kwalificatie na te gaan op de Kruispuntbank der Ondernemingen (KBO).

Het belangrijkste gevolg voor de bouwheer dient evenwel gesitueerd te worden in het fiscale domein.

Voordien was o.a. de toekenning van premies door regionale en lokale overheden voor energiebesparende investeringen, het verlaagd btw-tarief van 6 % of de belastingsvermindering in de personenbelasting gekoppeld aan de voorwaarde van een geregistreerde aannemer.

De bouwheer kan nu van deze fiscale voordelen genieten bij innovatiewerken uitgevoerd door eender welke aannemer.

Voorts dient men even stil te staan bij de inhoudingsplicht en de hoofdelijke aansprakelijkheid in hoofde van de opdrachtgever bij de uitvoering van bouwwerken.

Voordien waren de inhoudingsplicht en de hoofdelijke aansprakelijkheid gekoppeld aan de registratie van de aannemer. Indien de opdrachtgever een beroep deed op een niet-geregistreerde aannemer of onderaannemer, moest hij verplicht een bepaald percentage van de prijs van de werken inhouden en dit aan de RSZ of de fiscus doorstorten. Bovendien was hij hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van de aannemer.

Reeds voor de afschaffing van het onderscheid tussen een geregistreerde en niet-geregistreerde aannemer, bestond deze link met de registratieverplichting niet meer.

Een opdrachtgever die wil weten of hij een inhoudingsplicht heeft, moet al sinds 1 januari 2009 nagaan of zijn aannemer sociale en fiscale schulden heeft op het moment van de betaling van de factuur. Zo ja, dan is er een inhoudingsplicht. Als de inhoudingen niet of niet correct gebeuren, zijn de opdrachtgever en de aannemer hoofdelijk aansprakelijk. Deze verplichting geldt niet indien de opdrachtgever-natuurlijke persoon louter voor privé-doeleinden werken laat uitvoeren.

De afschaffing van het onderscheid tussen een geregistreerde en niet-geregistreerde aannemer verandert hier dus niets aan.

Bericht geplaatst door Tom De Smet - Cédric Haezebrouck op 04/10/2012.