Aansprakelijkheid van het sociaal secretariaat bij gemaakte fouten (22/06/2023)

RSZ-aangiftes, bedrijfsvoorheffing, loonberekening ... Als werkgever wordt u geconfronteerd met tal van verplichtingen en administratieve taken, waardoor u vaak het bos door de bomen niet meer ziet. Daarom doen de meeste werkgevers beroep op een sociaal secretariaat voor het opvolgen van de loonberekening en de administratieve rompslomp die hierbij komt kijken.  Maar wat als het sociaal secretariaat hierbij in de fout gaat en onjuiste informatie doorgeeft aan de overheid of een foutieve aangifte indient waardoor u als werkgever schade lijdt?

Deze vraag stond centraal in een recent vonnis van de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel. Een onderneming deed jarenlang beroep op een gekend sociaal secretariaat voor de afhandeling van haar loonberekening, waaronder ook de aangifte van de bedrijfsvoorheffing. Wanneer in 2021 de FOD Financiën bij de onderneming een controle uitvoert, komt aan het licht dat de onderneming een gedeeltelijke vrijstelling voor doorstorting van de bedrijfsvoorheffing geniet voor ploegen- en nachtarbeid. Vreemd genoeg werkt zij echter niet met ploegen, noch wordt er 's nachts gewerkt. De FOD Financiën besluit dan ook dat de vrijstelling onterecht werd toegepast en vordert van de onderneming de betaling van het bedrag van de vrijstelling van de afgelopen vijf jaar en de hierop berekende intresten. 

De onderneming stelt een aansprakelijkheidsvordering in tegen het sociaal secretariaat bij de ondernemingsrechtbank te Brussel.

In de eerste plaats buigt de rechtbank zich over de vraag of het sociaal secretariaat een fout maakte. Deze oppert immers dat zij de foutieve aangifte deed op basis van gegevens verstrekt door de onderneming en dat de onderneming de fout in ieder geval had moeten vaststellen op basis van de door het sociaal secretariaat opgestelde documenten, zodat haar geen fout kan verweten worden.

Niet juist, zegt de ondernemingsrechtbank. De instructie van de werkgever is niet bewezen en hoe dan ook kreeg het sociaal secretariaat een ruim mandaat en moest het, als professioneel in het domein van sociale wetgeving, nagaan of de onderneming aan de voorwaarden voor de vrijstelling voldeed, alvorens deze toe te passen. Bovendien kan van de onderneming niet verwacht worden dat zij alle ontvangen documenten op hun juistheid controleert.

Vervolgens oordeelt de ondernemingsrechtbank over de omvang van de schade. Het sociaal secretariaat stelt, verwijzend naar vaste rechtspraak, dat de schade enkel kan bestaan uit de intresten, niet het bedrag van de vrijstelling zelf. De onderneming vordert, naast intresten en administratieve kosten, ook gederfde inkomsten ter hoogte van de terug te betalen bedrijfsvoorheffing. Bij een correcte aangifte had zij immers nog steeds bedrijfsvoorheffing moeten betalen, maar had zij dit doorgerekend aan haar cliënteel en een andere bedrijfsvoering gevoerd.

De rechtbank erkent dat de onderneming, naast het bedrag van de intresten, schade geleden heeft: ze lijdt immers verlies van een kans om haar bedrijfsvoering de afgelopen jaren correct gevoerd te hebben. Omdat de concrete begroting van deze schade moeilijk is, bepaalt de rechtbank deze naar billijkheid.

Dit vonnis is van belang aangezien het bevestigt dat sociale secretariaten aansprakelijk zijn voor de fouten die zij begaan bij het uitoefenen van hun opdracht.

Interessant hierbij is echter de toegekende schadevergoeding: waar in (oudere) rechtspraak veelal aanvaard wordt dat enkel de intresten en verhogingen kunnen verhaald worden op een sociaal secretariaat, erkent de rechtbank hier het principe van het verlies van een kans, waardoor althans een deel van de te betalen belastingen gerecupereerd kan worden.

Vragen over de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van sociaal secretariaten?  Contacteer ons gerust.

Bericht geplaatst door Veerle Stroobants & Jonas Verhaegen, advocaat op 22/06/2023.