Nieuws over de rechtsplegingsvergoeding (22/04/2022)

De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de advocatenkosten die in een gerechtelijke procedure wordt toegekend aan de in het gelijk gestelde partij(en) en betaald moet worden door de in het ongelijk gestelde partij(en).

De bedragen zijn forfaitair vastgesteld en 'per schijf' gekoppeld aan de waarde van de vordering.

Telkens de index met 10 punten stijgt, volgt er een aanpassing van de bedragen.

Dit gebeurde opnieuw op 1 april 2022, de nieuwe bedragen vindt u hier.

Voor de 'niet in geld waardeerbare vorderingen', wordt een relatief beperkt basisbedrag als rechtsplegingsvergoeding voorzien.

Er bestond echter onduidelijkheid over de vraag of dit tarief voor 'niet waardeerbare vorderingen' ook dient toegepast te worden in een procedure  waarin een provisioneel bedrag gevraagd wordt.

Dat is niet zo zegt het Hof van Cassatie in een arrest van 31 maart 2022.

De vordering van een provisioneel bedrag van 1,00 euro zonder voorbehoud voor verdere raming is wel degelijk een in geld waardeerbare vordering, gelijk aan het provisioneel gevorderde bedrag.

Het Hof van Cassatie lijkt in dit arrest tegelijkertijd aan te geven dat het vorderen van een provisionele som, met een voorbehoud voor de toekomst om een hoger geraamd bedrag te vorderen, wél zou kunnen beschouwd worden als een 'niet in geld waardeerbare vordering'.

Hof van Cassatie, 31 maart 2022, C.21.0196.N/4.

Bericht geplaatst door LM&DS Advocaten op 22/04/2022.